Ik was vierentwintig jaar oud toen ik Tarkovsky ontdekte. Ik ging naar alle voorstellingen van "de Mirror" in de Cinematek. Toen ik "Stalker" zag, was ik gefascineerd, maar na een kwartier herinnerde ik me dat ik hem al een paar jaar meer had gezien. Ik verliet de bioscoop. Het was een saaie film, maar het werd een van mijn favoriete films. De film was niet veranderd. Ik was veranderd. Sindsdien zeg ik nooit dat een film slecht is. Het bevindt zich misschien gewoon niet in het zichtbare spectrum. Schoonheid is iets mysterieus. Er zijn films die vreemd genoeg in het geheugen achterblijven, die in onze cellen zitten. Films die goed doen, intiem, zoals herstellend als de droom. Films die ons bewustzijn verbreden, trainen ons tot empathie. Die ons ondervragen en onze onzekerheid cultiveren. Er zijn films die de taal bevorderen. Mijn hele leven zoek ik schoonheid. Als ik het vind, weet ik niet waarom ik ontroerd ben. Het is alsof je verliefd wordt. Ik weet dat ik dat ben. Verliefd, maar ik weet niet waarom ik verliefd ben. In de grote SOONER-catalogus heb ik veel Belgische films uitgekozen. En veel van oude films. Ik vond ze mooi en noodzakelijk. Er zijn er nog veel meer die net zo mooi zijn.