Griezelig-grappige documentaire die in de kelders van bewoners van de Oostenrijkse voorsteden duikt : wat spoken ze allemaal in hun kelders uit? Ulrich Seidl keert na zijn Paradies-trilogie terug naar de documentaire vorm met dit zorgvuldig gestileerde portret van een aantal Oostenrijkers en hun kelders, waar, volgens Seidl, zijn landgenoten zich van oudsher overgeven aan hun meest persoonlijke hobby's. Seidl wrikt onder de onberispelijke straatstenen van Oostenrijks suburbia om daar vreemde zaken aan te treffen. Hij goot dit portret in een uitermate ongemakkelijke intieme vorm, waarbij het aan de kijker is om te bepalen hoeveel Seidl heeft geënsceneerd of gemanipuleerd in deze menselijke tableaus. Hij filmde een man van middelbare leeftijd die de akoestiek van zijn holle kelder test te midden van schietschijven; een getrouwde, zachtaardige man wiens kelder volstaat met nazi-memorabilia; een jonge vrouw die haar baan bij een supermarkt heeft verruild voor die van prostituee, en een echtpaar die een meesteres-slaaf-relatie hebben. En dan is er nog de vriendelijke uitziende Alfreda, die de kleine kelder heeft volgestouwd met griezelig levensechte poppen, die kunnen worden geknuffeld en getroost. Seidl werkte voor het eerst samen met cameraman Martin Gschlacht, bekend van de geometrische beelden van collega-Oostenrijkse Jessica Hausner. In zijn zorgvuldig gefilmde sombere interieurs delen de geïnterviewden openhartig en moedig hun grootste angsten en verlangens. Seidl zei zelf: 'De kelder staat symbool voor het Oostenrijkse onderbewustzijn. Het is een plaats van duisternis, een plaats van angst, een plaats van de menselijke afgronden.'
A documentary that reveals what its subjects do in their respective basements.
Griezelig-grappige documentaire die in de kelders van bewoners van de Oostenrijkse voorsteden duikt : wat spoken ze allemaal in hun kelders uit?
Ulrich Seidl keert na zijn Paradies-trilogie terug naar de documentaire vorm met dit zorgvuldig gestileerde portret van een aantal Oostenrijkers en hun kelders, waar, volgens Seidl, zijn landgenoten zich van oudsher overgeven aan hun meest persoonlijke hobby's. Seidl wrikt onder de onberispelijke straatstenen van Oostenrijks suburbia om daar vreemde zaken aan te treffen. Hij goot dit portret in een uitermate ongemakkelijke intieme vorm, waarbij het aan de kijker is om te bepalen hoeveel Seidl heeft geënsceneerd of gemanipuleerd in deze menselijke tableaus.
Hij filmde een man van middelbare leeftijd die de akoestiek van zijn holle kelder test te midden van schietschijven; een getrouwde, zachtaardige man wiens kelder volstaat met nazi-memorabilia; een jonge vrouw die haar baan bij een supermarkt heeft verruild voor die van prostituee, en een echtpaar die een meesteres-slaaf-relatie hebben. En dan is er nog de vriendelijke uitziende Alfreda, die de kleine kelder heeft volgestouwd met griezelig levensechte poppen, die kunnen worden geknuffeld en getroost.
Seidl werkte voor het eerst samen met cameraman Martin Gschlacht, bekend van de geometrische beelden van collega-Oostenrijkse Jessica Hausner. In zijn zorgvuldig gefilmde sombere interieurs delen de geïnterviewden openhartig en moedig hun grootste angsten en verlangens. Seidl zei zelf: 'De kelder staat symbool voor het Oostenrijkse onderbewustzijn. Het is een plaats van duisternis, een plaats van angst, een plaats van de menselijke afgronden.'
Internationalen Filmfestspiele Venedig
Director
Ulrich Seidl
Cast
Gerald Duchek
Cast
Alessa Duchek
Cast
Inge Ellinger